maandag 16 augustus 2010

Kromme tenen

Op de televisie-uitzending van de Indië-herdenking gisteren volgde bij de NOS de documentaire Omdat wij mooi waren - hieronder een impressie van YouTube, de documentaire is in z'n geheel te zien op Uitzendinggemist.nl. Documentairemaker Frank van Osch volgde journaliste Hilde Janssen en fotograaf Jan Banning door Indonesië. Doel van hun reizen waren gesprekken met en foto's van Indonesische vrouwen die tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1942-1945) het slachtoffer werden van dwangprostitutie.

Tijdens het kijken betrapte ik mezelf op groeiende ergernis, die eigenlijk al bij de titel van de documentaire was begonnen. "Omdat wij mooi waren." Misschien is het de verklaring die deze vrouwen zelf geven voor wat hen overkomen is, omdat het de mens nu eenmaal eigen is om, hoe onverklaarbaar leed ook is, naar een verklaring te zoeken. Verschillende geïnterviewde vrouwen vertellen dat ze mooi waren als jong meisje, slechts één legt expliciet de link tussen haar uiterlijk en uitgekozen worden voor een Japans legerbordeel. Hoe dan ook: ik had deze titel niet gekozen. De Japanners kwamen niet pas na het zien van zoveel mooie meisjes op het idee om legerbordelen in te richten...



Mijn ergernis betrof niet de geïnterviewde vrouwen. Integendeel. Omdat ze mooi wáren? Ze zijn het nog steeds, en zeker op de prachtige foto's die Banning van hen maakte. Zonder uitzondering ontroeren ze. Kwetsbaar, fragiel, maar ook tanig, soms boos. Ze hebben hun ervaringen weggestopt, een enkeling vertelt dat het de allereerste keer is dat ze erover praat. Anderen vertellen hoe ze soms nog steeds te horen krijgen dat ze een 'afdankertje van de Japanners' zijn. Ze ontroeren ook in hun pogingen om dingen niet te vertellen, en te ontkomen aan het verbale fileermes van journaliste Janssen.

Eén van de vrouwen vertelt dat de Japanners alleen maar bij haar kwamen slapen, en weer weggingen als ze wakker werden. Achter haar zitten mensen op een bank, vermoedelijk familie. "Als ze meer wilden, wilde ik dat niet. Ik was bang dat ik zondig zou zijn." De goede verstaander heeft aan een half woord genoeg, maar in die categorie valt Janssen niet. Ze vraagt door, totdat de vrouw in 'n verlegen lachen uitbarst.

Een andere vrouw antwoordt op de vraag naar seks dat ze dat niet meer weet, omdat het al zo lang geleden is. Opnieuw neemt Janssen geen genoegen met het antwoord dat ze krijgt. "Ik denk dat het wel gebeurd is," stelt ze tamelijk plompverloren, om er - vergoelijkend? - aan toe te voegen: "maar wel onder dwang he?" De vrouw neemt het haar blijkbaar niet kwalijk. Even later - althans: in de montage van de documentaire - zitten ze samen te giechelen over condooms. "Ik dacht dat het ballonnetjes voor kinderen waren," lacht de vrouw.

Aan het einde van de documentaire wordt toch nog even het verschil tussen de westerse journaliste en de Indonesische dame duidelijk. De Indonesische schaamt zich en voelt zich schuldig. Dat de seks onder dwang plaatsvond, doet aan dat schuldgevoel voor haar niet af. Als Janssen uitlegt dat zij vindt dat schuldgevoel voor iets dat je overkomen is niet nodig is, antwoordt de Indonesische dat ze dat begrijpt. In de aarzelende toon waarop ze dat zegt, klinkt het tegendeel door.

Mijn ergernis is inmiddels omgeslagen in vragen. Is het niet heel erg westers, dat alles maar open willen gooien, overal maar over willen praten? Moet je als journalist of onderzoeker je gesprekspartners dwingen alles te vertellen, ook details die je wel kunt raden en waarvan je weet dat ze pijnlijke herinneringen zijn? Na het zien van deze documentaire ben ik geneigd die laatste vraag met 'nee' te beantwoorden.

De gesprekken zijn verwerkt in het boek Schaamte en onschuld. Het verdrongen oorlogsverleden van troostmeisjes in Indonesië. De foto's zijn opgenomen in het fotoboek Troostmeisjes/Comfort Women, en in een gelijknamige tentoonstelling in de Kunsthal in Rotterdam (tot 29 augustus).

1 opmerking:

  1. Had u een (nederlands-)indische achtergrond, dan had u zich deze vraaq niet gesteld. Maar goed, dat kan gebeuren, maar ik lees dat u bij het NIOD indische kamparchieven in kaart heeft gebracht, dan val ik van mijn kruk!

    Het antwoord moet dus zijn: JA!

    BeantwoordenVerwijderen