Een paar weken geleden heeft mijn nieuwsgierigheid het van mijn huiver gewonnen: ik heb een account aangemaakt op Facebook. Mijn huiver werd veroorzaakt door de privacykwesties waarmee Facebook veel negatieve publiciteit over zich afriep. Bovendien had nog niemand me van het nut van een Facebookpagina kunnen overtuigen, laat staan me kunnen uitleggen of en in hoeverre dat nut een eventueel privacyprobleem te boven ging. Misschien moest ik me maar gewoon door Facebook zelf laten overtuigen...
Het aanmaken van een account is eenvoudig genoeg. Daarna volgt opperste desoriëntatie. Een profielpagina, een startpagina, een prikbord, vriendschapspagina's... zoek de verschillen, zoek de overeenkomsten. Structuur? Welke structuur? Verbazing. Kan iets zo populair zijn terwijl het technisch zo slecht in elkaar zit? Dat verschillende links steeds blanco pagina's opleveren, helpt niet echt om te achterhalen hoe de verschillende pagina's die klaarblijkelijk 'van mij' zijn zich tot elkaar verhouden. Via Twitter verzucht ik dat ik op verkenning ben in de wondere wereld van Facebook en me afvraag of ik wel van doolhoven hou. Een collega twittert lachend terug: "Ja, structuur is in FB een flexibel begrip."
Het instellen van de verschillende privacyniveaus is, zolang me de functie van de verschillende onderdelen nog niet duidelijk is, het betere gokwerk. Aanvankelijk scherm ik alles af, totdat ik bedenk dat ik mijn weblog bewust heb opengesteld voor indexatie door zoekmachines. Als ik op Facebook niet méér meld dan ik op mijn weblog doe, komt niemand via Facebook iets aan de weet dat hij of zij niet ook op mijn weblog had kunnen vinden. Oké, dan kunnen de privacyinstellingen op Facebook wel iets minder strak.
Next. Vrienden scoren. De mensen die hebben gereageerd op mijn tweet over Facebook hebben zichzelf al 'verraden' als FB-gebruikers, en zijn snel gevonden. Via hen kom ik wederzijdse bekenden op het spoor. De naam van een oud-collega levert een niet-afgeschermde vriendenlijst met daarin nog veel meer oud-collega’s op, en zo hop ik van de ene gebruiker naar de andere. Als ik op zeker moment een overzicht van mijn verzonden vriendschapsverzoeken wil, vang ik bot. "Er is op dit moment geen lijst met vriendschapsverzoeken die in behandeling zijn. Als je echter naar het profiel van iemand gaat, kun je (...) zien wat de status van je vriend is." Huh? Op een site die draait om netwerken kan ik geen lijst oproepen van mijn (potentiële) netwerk? Weird.
Ondertussen vraag ik me af hoe het kan dat onder 'Mensen die je misschien kent' mensen voorbijkomen die ik inderdaad ken – waarbij 'kennen' en 'willen kennen' niet noodzakelijk hetzelfde zijn. Klaarblijkelijk hebben zij al eens op Facebook naar mij gezocht? Van één van hen komt binnen een half uur nadat ik mijn account heb aangemaakt, een verzoek binnen om te bevestigen dat hij en ik vrienden zijn. Over dat gotspe moet ik even nadenken. 'n Week of anderhalf, minstens.
'k Heb me ooit eens laten vertellen dat hamsters (of waren het cavia's?) zachte geluidjes tegen elkaar maken die als enig doel hebben te erkennen dat de ander er is. Zo ervaar ik ook de melding dat iemand een berichtje van mij op Facebook leuk vindt. Grootse gevoelens van erkenning levert zoiets niet op, maar dat iemand anders heel even aandacht aan mij heeft besteed... ach, vervelend is het niet, en de wederdienst is 'n kleine moeite. Het hogere nut - if any - van Facebook speelt vooralsnog succesvol verstoppertje.
zondag 31 oktober 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten