De ochtend vliegt om: tegen twaalven zet ik de laatste krul op de eerste lijst die ik heb meegekregen, volgens teamleider Depots & Documentlevering Mirjam van den Bercken gevuld met 1.000 titels. Onderweg ben ik de meest uiteenlopende boeken tegengekomen, van naslagwerken voor schoolleiders tot een vergeeld fotoboekje over Salt Lake City, en van het lesboek Duits dat ik me nog uit mijn middelbare schooltijd herinner tot de verzamelde werken van Lenin. Erg veel is er niet mis: een enkele keer tref ik een boek wel op de lijst, maar niet op de plank aan, een paar keer andersom.
Nadat ik een paar meegebrachte boterhammen heb weggespoeld met ’n blikje cola ga ik met een tweede lijst aan de slag. Na zo’n 100 titels zie ik een oranje papiertje uit de kast steken. Huh? Zo’n papiertje moeten we achterlaten als we boeken van de plank halen die niet op de lijst staan. Is deze plank dan al gedaan? Ik ga het navragen bij Mirjam, die na enig speurwerk moet bekennen dat ze me inderdaad een lijst heeft meegegeven met signaturen die al gecontroleerd zijn. Tsja, ik ontvang voor dat werk mijn salaris wel, maar het einde van de standcontrole komt zo niet dichterbij natuurlijk…

Opnieuw verbaas ik me over wat we allemaal in huis hebben: van de christelijke encyclopedie die ook in mijn ouderlijk huis in de kast stond tot de derde editie van de Macintosh Bible (nee, die hadden mijn ouders niet). Geschiedfilosofie, kerkgeschiedenis, Amerikanistiek, oogheelkunde… voordat ik het weet, ben ik weer aan het einde van een lijst.

Even na vieren lever ik lijst, portofoon, sleutel en kar weer in bij Mirjam en vis ik een ijsje uit de vriezer. Op de totale lengte van het UBA-boekenbezit is mijn bijdrage waarschijnlijk een druppel op een gloeiende plaat, maar heb je wel eens gezien hoeveel stoom er van zo’n druppel komt? Nou dan.
De ervaringen van mijn collega's lees je op het speciale Standcontroleblog.