zondag 27 juni 2010

De geschiedenis herhaalt zich

Bij het begin van de 12 Dingen cursus bleken verschillende collega's een behoorlijke drempel over te moeten voordat zij tot het starten van een weblog te bewegen waren. Zelfs één van de coaches gaf aan moeite te hebben met het verlies van controle over informatie die zij online zet. Wat gebeurt ermee? Wie gebruikt het? En in welke context?

Terechte vragen... maar tegelijk vragen die al een paar eeuwen oud zijn. Geen idee waarom, maar de introductie van nieuwe publicatiemethoden lijkt in eerste instantie vooral bijzonder duistere vermoedens omtrent de mogelijke intenties van 'n grote boze buitenwereld op te roepen. Daarvan getuigt 'n bladzijde uit één van de oudste boeken in mijn boekenkast (klik op de afbeelding voor een vergroting).

"De auteur kent geen Exemplaaren voor de zyne, als die met zyn eigen handt ondertekent zyn."

In 1747 kon je reputatie nog te gronde worden gericht doordat kwaadwillenden onder jouw naam ideeën publiceerden die beslist de jouwe niet waren. Het signeren van een boek diende niet om fans te plezieren, maar om een boek een certificaat van echtheid mee te geven en de auteur te vrijwaren van - in dit theologische geval - beschuldigingen van ketterij.

Het zal geen waterdichte methode zijn geweest, want wie zegt mij dat het werkelijk dominee Comrie was die zijn ganzeveer in de Oost-Indische inkt doopte en zijn naam in dit boek zette? Toch is 't een aardig inkijkje in hoe men toen tegen de (vermeende) gevaren van de boekdrukkunst aankeek.

'k Moet de eerste collega nog tegenkomen die zijn of haar boeken signeert om te voorkomen dat een ander met zijn of haar naam aan de haal gaat. Dat anderen ondertussen online wel met 'hun' onderwerpen als oorlog, holocaust en genocide aan de haal gaan, lijkt de geachte collega's minder te deren. Of zouden met het jubileumweblog toch de eerste schapen over de dam zijn?

donderdag 17 juni 2010

Joetjoep



Dankzij het Instituut voor Beeld en Geluid en onze bewegendebeeldencollega is ons eerbiedwaardig instituut weer 'n ietsiepietsie verder opgestoten in de vaart der volkeren... abonneer je ook op NIODFilm!

woensdag 16 juni 2010

Ding 12: sociale netwerken

Negen dagen geleden vierde mijn profiel op LinkedIn zijn derde verjaardag. Ik kwam op LinkedIn terecht door een uitnodiging van een vriend. Een plaagstootje, naar aanleiding van mijn weerzin jegens 'over niks babbelen met mensen die ik niet ken maar misschien handig zouden kunnen zijn om wel te kennen' (lees: netwerken). Omdat ik me niet wilde laten kennen, hengelde ik mijn cv erbij. 'k Vulde mijn profiel met informatie over mijn opleiding en werkervaring, en ging op zoek naar contacts. Inmiddels telt mijn netwerk bijna 100 oud-medestudenten, (oud-)collega's, mensen uit mijn kerkelijke gemeente en andere (soms vage) bekenden. Wat dat nou voor nut heeft? Take your pick...

Via LinkedIn houd ik contact met mensen die ik niet dagelijks spreek, zonder dat het onderhouden van dat contact me veel tijd kost. Op mijn LinkedIn-homepage verschijnen alle wijzigingen die de mensen uit mijn netwerk in hun profielen aanbrengen. Op Netvibes heb ik een rss-feed op deze homepage staan. Ik zie daardoor in één oogopslag wie welke nieuwe contacten heeft opgedaan, wie 'n nieuwe baan heeft, etcetera. Een aantal mensen uit mijn netwerk heeft, net als ik, een Twitteraccount aan LinkedIn gekoppeld. Via de netwerkupdates van LinkedIn zien we daardoor ook elkaars tweets.

En we weten waar we elkaar kunnen vinden als dat nodig is. Een paar maanden geleden ving ik op dat het NIOD moeite had om iemand te vinden voor het uitvoeren van een kortlopend project, in het bijzonder omdat het parttime uitgevoerd moest worden. Ik meldde dat ik wel iemand wist: een oud-collega die bij mijn vorige werkgever een soortgelijk project had gedaan, vanwege een andere baan juist graag parttime wilde werken en de grootst mogelijke moeite had om weer zoiets te vinden. Via LinkedIn zocht ik haar mailadres op, en een paar weken later konden zij en ik elkaar opnieuw als collega's begroeten :-)

LinkedIn biedt de mogelijkheid om je profiel met één druk op de knop op te slaan als pdf-bestand. Ik durf het nog niet aan om bij sollicitaties mijn cv door mijn LinkedIn-profiel te vervangen - ik zal maar net een potentiële werkgever treffen die hecht aan 'n ouderwets cv - maar stuur het inmiddels wel mee, naast mijn cv. Op het enkelzijdige A4'tje van een cv kan ik opsommen welke banen ik gehad heb, op LinkedIn kan ik kwijt wat ik in welke baan precies gedaan heb. Bovendien demonstreer ik direct mijn beheersing van het Engels, want ik hou in mijn profiel de moerstaal van LinkedIn aan.

Maar afgezien van al deze zakelijkheden: 't is ook gewoon 'n leuk tijdverdrijf om te kijken waar mensen die ik uit het oog verloren ben - vooral oud-medestudenten - terecht gekomen zijn :-)

vrijdag 11 juni 2010

Jubileumblog

Was ik gisteren nog 'n pietsie narrig over de belangstelling voor Web2.0 binnen ons eerbiedwaardig instituut, vandaag zie ik het weer 'n stuk zonniger in. De (al of niet nieuwbakken) Web2.0-diehards laten zich niet van de wijs brengen en de 12 Dingen cursus begint de eerste vruchten af te werpen, zo bleek tijdens de slotbijeenkomst van de cursus vanmiddag.

Over het vandaag geopende NIODFilm, het NIOD-kanaal op YouTube, volgt ongetwijfeld meer nieuws zodra het eerste filmpje erop staat. Op Flickr waren we al vertegenwoordigd als NIOD Beeldarchief. Daar komt binnenkort NIODBeeld bij, een photostream met foto's van NIOD-activiteiten.

Naar het jubileumblogEn... jawel... het eerste echte openbare instituutsblog is gelanceerd! Vorige week heb ik op verzoek van Madelon en Marije een weblog ingericht. Daarop doen zij vanaf deze week verslag van hun ervaringen rondom de jubileumuitgave Een open zenuw. Hoe wij ons de Tweede Wereldoorlog herinneren. Met bezoekers die een reactie achterlaten, gaan Madelon en Marije via het weblog in gesprek. Het weblog brengt verder het boek onder de aandacht en biedt organisaties de gelegenheid om auteurs uit te nodigen voor een lezing.

Natuurlijk wordt het weblog ook via de website van het NIOD gepromoot. De openingspagina is inmiddels getooid met een heuse jubileumknop (kortheidshalve door mij inmiddels 'jubelknop' gedoopt), waarmee bezoekers kunnen doorklikken naar een jubileumpagina. Daar staat informatie over het boek, wordt doorverwezen naar het weblog en worden alle berichten over jubileumactiviteiten overzichtelijk op een rijtje gezet. Wordt vervolgd...

donderdag 10 juni 2010

We zijn er nog lang niet

Morgen is de slotbijeenkomst van de 12 Dingen cursus. Eigenlijk 'n week te vroeg, want voor volgende week staat Ding 12 nog op het programma, maar goed, 'n kniesoor die daarop let ;-) 'k Denk dat ik voor mezelf wel op een rijtje heb welke Dingen blijvertjes zullen zijn, daar blog ik later misschien ook nog wel over. Maar eerst moet ik iets anders kwijt.

Begrijp me goed: ik snap dat de coaches niet iemand uit Den Bosch naar Amsterdam laten komen om een gezelschap van welgeteld tien mensen te vermaken. En ik weet dat een aantal collega's graag bij de slotbijeenkomst wilde zijn, maar acte de présence moet geven op een oral history symposium. Maar eerlijk gezegd baal ik er wel een beetje van dat de collega's die de cursus niet of niet helemaal gevolgd hebben, er blijkbaar voor kunnen zorgen dat de mensen die de cursus wel hebben gevolgd een interessante presentatie mislopen.

In het Informatieplan 2010-2014 voor NIOD en CHGS, afgelopen maandag in de afdelingsvergadering van Infodoc gepresenteerd, wordt ingezet op uitbreiding van de digitale dienstverlening via onder meer een virtuele studiezaal. Hoe gaan we dat doen als slechts een fractie van de afdeling zich in Web2.0 verdiept?

Aanvankelijk stond boven dit bericht als titel 'We zijn er bijna'. Maar 'k denk dat die vanuit instituutsperspectief toch (nog?) 'n tikkie te optimistisch is...

dinsdag 8 juni 2010

Ding 11: chatten

Dat ik een chatverleden heb, heb ik hier al 'ns eerder gemeld. Met de nadruk op 'verleden'. ICQ en irc-client mIRC zijn gesneuveld bij de laatste herinrichting van mijn computer, Windows Live Messenger (voorheen MSN) leidt op mijn computer een slapend bestaan.

Dat was tussen grofweg 1999 en 2004 anders: toen sloot en onderhield ik vriendschappen door te chatten, voerde ik online serieuze (en ook minder serieuze) gesprekken, en deed ik er veel van mijn websitebouwkennis op. Chatten was makkelijk: ik zat toch vaak achter de computer voor andere dingen, 'n chatvenster kon er dan ook nog wel bij. En niemand vindt het erg dat je ondertussen zit te eten, terwijl dat tijdens een telefoongesprek over het algemeen toch minder gewaardeerd wordt ;-)

Eén dag herinner ik me in het bijzonder: 9/11. Terwijl ik er via de live-uitzending van CNN op televisie getuige van was dat een vliegtuig zich in de tweede toren van het World Trade Center in New York boorde, stroomde het irc-kanaal dat ik beheerde vol met jongeren die voor zichzelf en samen probeerden te achterhalen wat er gebeurde en waarom.

De chatcontacten van toen zijn helaas vrijwel allemaal verwaterd. Als ik mensen niet meer regelmatig offline ontmoette - en mijn sociale leven raakte eind 2004 ingeperkt doordat ik 's morgens uitgeslapen op een kantoor werd verwacht - verwaterde ook het chatcontact. Chatten is voor mij dus blijkbaar een aanvulling op, niet een vervanging van offline contact.

Dat zou betekenen dat ik in het kader van deze cursus weer aan het chatten zou kunnen raken, per slot van rekening ontmoet ik mijn collega-cursisten met enige regelmaat en zit ik ook nog steeds met grote regelmaat achter mijn computer. Maar ik merk dat chatten me niet meer trekt, 't is mijn medium niet meer. 'k Heb alleen geen idee waarom.

zaterdag 5 juni 2010

Nieuwe cursus

Misschien loop ik een béétje op de dingen vooruit - sociale netwerken zijn het laatste ding van onze cursus en komen dus pas over anderhalve week aan de orde - maar het leek me geen kwaad kunnen alvast 'ns wat rond te neuzen op het sociale netwerk voor archivarissen in Nederland en Vlaanderen, Archief2.0.

Na het aanmelden, het bevestigen van mijn e-mailadres, het plaatsen van een badge op mijn weblog en het verzenden van een tweet met de mededeling dat ik lid geworden ben, wil ik net beginnen aan het vullen van mijn eigen pagina op Archief2.0 als de deurbel gaat. De postbode (nee, niet die, 'n andere), die een pakket komt afleveren: 'n witte doos met daarop het blauwe logo van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI). Mijn volgende cursus is gearriveerd!

Om mezelf (verder) te bekwamen op het gebied van informatietechnologie begin ik namelijk aan een IT-opleiding op HBO-niveau, de Academy Track Foundation. De volledige opleiding bestaat uit negen modules. Ik heb er voor komend half jaar drie gepland: de verplichte modules Information Systems Foundation en Information Systems Design and Development Foundation, en de keuzemodule Databases and SQL Foundation. Als het combineren van werk en studie geen problemen oplevert, en de studie kennis en vaardigheden oplevert waaraan ik echt iets heb, zou het zomaar kunnen zijn dat er nog meer modules bij komen.

Uit de doos met cursusmateriaal kwam ook nog iets anders...

Hm. Misschien is Marktplaats ook wel 'n nuttig ding ;-)

vrijdag 4 juni 2010

Waar zo'n cursus goed voor is

Woensdag zag ik via de rss feed op één van mijn Google Alerts dat op een forum was gereageerd op een bericht over de presentatie van Indischekamparchieven.nl. Een markering op de stadsplattegrond van Semarang bleek de locatie van de oude HBS (geboortejaar 1877) aan te wijzen, terwijl de markering had moeten wijzen naar het gebouw van de nieuwe HBS (geboortejaar 1937).

Nadat ik op het forum reageerde met excuses voor de verwarring en de belofte dat ik de markering zou verplaatsen, ging de behulpzame forumbezoeker zelf via de satellietfoto's in Google Maps op zoek naar het juiste gebouw. Doordat hij zo aardig was daarvan een klein screenshot te plaatsen, kon ik vandaag via iTouchMap moeiteloos de juiste coördinaten bepalen, en die vervolgens in de database van Indischekamparchieven.nl zetten.

Ik besloot mijn inspanningen via Twitter met de wereld te delen, onder dankzegging aan de forumbezoeker en met een verkorte link naar het bewuste forumbericht.

Even later kwam er een reactie uit het Nationaal Archief in Den Haag, van het plaatsvervangend Hoofd Dienstverlening.

Mijn reactie laat zich - met dank aan rss feeds, Google Alerts en Netvibes - natuurlijk raden ;-)